Veelvoorkomende storingen en onderhoudsmethoden van Frankfurt Edge UV-lasers van Frankfurt Laser Company zijn als volgt:
Veel voorkomende fouten
Fouten in het optische pad:
Straalafbuiging: Door onnauwkeurige installatie van optische componenten, een losse mechanische structuur of externe invloeden kan de transmissierichting van de laserstraal worden gewijzigd, wat de verwerkingsnauwkeurigheid beïnvloedt.
Vermindering van de straalkwaliteit: Stof, olie, krassen of beschadigingen op het oppervlak van optische componenten hebben invloed op de transmissie en het focusserende effect van de laser, zoals een ongelijkmatige plek en een grotere divergentiehoek.
Stroomstoring:
Instabiel uitgangsvermogen: Schade aan de interne elektronische componenten van de voeding, veroudering van de filtercondensator of een storing in het vermogensregelcircuit kunnen schommelingen in de uitgangsspanning of -stroom veroorzaken, waardoor de laser instabiel wordt en het uitgangsvermogen fluctueert.
Stroomstoring bij starten: Schade aan de aan/uit-schakelaar, een doorgebrande zekering of een defecte voedingsmodule zorgen ervoor dat de laser geen verbinding kan maken met de voeding en niet normaal kan starten.
Storing in het koelsysteem:
Lekkage van koelmiddel: veroudering, beschadiging of onjuiste installatie van koelbuizen, koppelingen, radiatoren en andere componenten kunnen lekkage van koelmiddel veroorzaken, wat resulteert in een verminderd koeleffect en een verhoogde lasertemperatuur.
Slechte koeling: Een storing in de koelpomp, verstopping van de radiator, onvoldoende stroming van koelmiddel of een te hoge temperatuur zorgen ervoor dat de laser niet effectief kan koelen. Dit heeft invloed op de prestaties en stabiliteit en kan zelfs het beschermingsmechanisme activeren, waardoor de laser niet meer kan werken.
Falen van lasermedium:
Verminderd laseruitgangsvermogen: Na langdurig gebruik zal het lasermedium verouderen, beschadigd raken of worden beïnvloed door factoren zoals vervuiling, te hoge temperaturen en onvoldoende pompbronvermogen, waardoor het uitgangsvermogen afneemt en niet meer aan de verwerkingsvereisten voldoet.
Storing in het besturingssysteem:
Fout in de besturingssoftware: De software kan vastlopen, de interface reageert mogelijk niet en de parameterinstellingen kunnen onjuist zijn, wat van invloed is op de normale besturing en werking van de laser.
Storing in het hardware-besturingscircuit: Storingen in componenten zoals chips, relais en sensoren in het besturingscircuit zorgen ervoor dat de laser geen besturingsinstructies meer kan ontvangen of uitvoeren. Hierdoor raakt de laser onbestuurbaar of functioneert deze niet meer abnormaal.
Onderhoudsmethode
Milieubeheersing:
Temperatuur: Houd de omgevingstemperatuur tussen 20 en 25 °C. Een te hoge of te lage temperatuur beïnvloedt de prestaties en stabiliteit van de laser.
Vochtigheid: De luchtvochtigheid moet tussen de 40% en 60% liggen. Een te hoge luchtvochtigheid kan gemakkelijk condensatie in de laser veroorzaken, en een te lage luchtvochtigheid kan gemakkelijk statische elektriciteit genereren en de laser beschadigen.
Stofpreventie: zorg voor een schone werkomgeving, verminder stofvervuiling en voorkom dat stof zich hecht aan optische componenten en de laseruitvoer beïnvloedt.
Reiniging van optische componenten:
Reinigingsfrequentie: Reinig de optische componenten elke 1-2 weken. Als er veel stof in de werkomgeving aanwezig is, moet de reinigingsfrequentie worden verhoogd.
Reinigingsmethode: Gebruik een schoon non-woven doekje of lenspapier, dompel dit onder in een geschikte hoeveelheid watervrije ethanol of een speciale optische reiniger en veeg voorzichtig van het midden naar de rand van het optische onderdeel om krassen te voorkomen.
Onderhoud van het koelsysteem:
Beheer van de waterkwaliteit: Het koelsysteem moet gedemineraliseerd of gedestilleerd water gebruiken en het koelwater moet regelmatig, elke 3 tot 6 maanden, worden vervangen om te voorkomen dat onzuiverheden in het water schade toebrengen aan het koelsysteem en de laser.
Regeling van de watertemperatuur: Zorg ervoor dat de watertemperatuur van het koelsysteem tussen 15 en 25 °C ligt. Een te hoge of te lage watertemperatuur beïnvloedt de warmteafvoer.
Inspectie van de leidingen: Controleer regelmatig of er sprake is van waterlekkage, verstoppingen, etc. in de leidingen van het koelsysteem. Als er problemen worden geconstateerd, moeten deze tijdig worden gerepareerd of vervangen.
Energiebeheer:
Spanningsstabiliteit: Gebruik spanningsstabilisatoren en andere apparatuur om een stabiele spanning van de laservoeding te garanderen en overmatige spanningsschommelingen die schade aan de apparatuur kunnen veroorzaken, te voorkomen.
Aarding van de voeding: zorg ervoor dat de laservoeding goed geaard is, met een aardingsweerstand van minder dan 4 ohm om statische elektriciteit en lekkage te voorkomen.
Regelmatige inspectie:
Dagelijkse inspectie: Controleer elke dag vóór het starten van de machine of het uiterlijk van de apparatuur beschadigd is, of de verbindingsdraden loszitten, enz.
Regelmatige, uitgebreide inspectie: controleer optische componenten regelmatig op slijtage.