De SLS-serie solid-state lasers van Rofin (nu Coherent) gebruiken diode-gepompte solid-state laser (DPSSL)-technologie en worden veel gebruikt in industriële verwerking (zoals markeren, snijden, lassen) en wetenschappelijk onderzoek. Deze serie lasers staat bekend om zijn hoogste stabiliteit, lange levensduur en uitstekende straalkwaliteit (M²), maar ze kunnen na langdurig gebruik kapotgaan, wat de prestaties beïnvloedt.
In dit artikel worden de structuur, veelvoorkomende storingen, onderhoudstips, dagelijks onderhoud en preventieve maatregelen van de SLS-serie gedetailleerd uitgelegd. Zo kunnen gebruikers de levensduur van de apparatuur verlengen en de uitvaltijd beperken.
2. Samenstelling van de laserstructuur van de SLS-serie
De lasers uit de SLS-serie bestaan hoofdzakelijk uit de volgende kernmodules:
1. Laserkop
Laserkristal: meestal Nd:YAG of Nd:YVO₄, gepompt door een laserdiode.
Q-switchmodule (Q-Switch):
Akoestisch-optische Q-switch (AO-QS): geschikt voor hoge herhalingsfrequenties (kHz-niveau).
Elektro-optische Q-switch (EO-QS): geschikt voor pulsen met hoge energie (zoals micromachining).
Frequentieverdubbelingskristal (SHG/THG) (optioneel):
KTP (532nm groen licht) of BBO (355nm UV-licht) voor golflengteconversie.
2. Diodepompmodule
Laserdiode-array (LDA): Levert 808nm pomplicht, waarvoor TEC-temperatuurregeling nodig is om de stabiliteit te behouden.
Temperatuurregelsysteem (TEC): Zorgt ervoor dat de diode op de optimale temperatuur werkt (meestal 20-25°C).
3. Koelsysteem
Waterkoeling (koeler): Modellen met een hoog vermogen (zoals SLS 500+) hebben een externe koeler nodig om ervoor te zorgen dat de temperatuur van de laserkop stabiel blijft.
Luchtkoeling (Air Cooling): Modellen met een laag vermogen kunnen gebruikmaken van geforceerde luchtkoeling.
4. Optisch systeem (Beam Delivery)
Straalverbreder (Beam Expander): Pas de straaldiameter aan.
Spiegels (HR/OC-spiegels): Spiegels met hoge reflectie (HR) en spiegels met uitgangskoppeling (OC).
Optische isolator (Optical Isolator): Voorkomt dat het teruggekaatste licht de laser beschadigt.
5. Besturing en voeding
Voeding van de aandrijving: Zorgt voor een stabiele stroom en een stabiel modulatiesignaal.
Bedieningspaneel/software: Pas parameters aan zoals vermogen, frequentie, pulsbreedte, etc.
III. Veelvoorkomende storingen en onderhoudstips
1. Geen laseruitvoer of vermogensreductie
Mogelijke redenen:
Veroudering of schade aan laserdioden (algemene levensduur 20.000-50.000 uur).
Storing in Q-switchmodule (AO-QS-schijfstoring of kristalverschuiving).
Storing in het koelsysteem (watertemperatuur te hoog of onvoldoende doorstroming).
Onderhoudsmethode:
Controleer of de LD-stroom normaal is (raadpleeg de technische handleiding).
Controleer met een vermogensmeter of het pomplampje normaal brandt.
Controleer het Q-switch-aandrijfsignaal en vervang indien nodig de AO/EO-QS.
2. Verslechtering van de straalkwaliteit (modusinstabiliteit, puntvervorming)
Mogelijke redenen:
Verontreiniging van optische componenten (vuile lens en kristaloppervlak).
Verkeerde uitlijning van de resonantieholte (trillingen veroorzaken lensverplaatsing).
Kristallen thermisch lenseffect (thermische vervorming veroorzaakt door onvoldoende koeling).
Reparatiemethode:
Maak het optische onderdeel schoon (gebruik watervrije ethanol + stofvrije doek).
Kalibreer de resonantiekamer opnieuw (hiervoor is professionele apparatuur nodig, zoals een He-Ne lasercollimator).
3. Verlaging van de efficiëntie door golflengteverschuiving of frequentieverdubbeling
Mogelijke redenen:
Temperatuurdrift of faseaanpassingshoekverschuiving van frequentieverdubbelingskristallen (KTP/BBO).
Golflengteverschuiving van de pomp (storing in de TEC-temperatuurregeling).
Reparatiemethode:
Kalibreer de kristalhoek opnieuw (gebruik een precisie-afstelframe).
Controleer of de TEC-temperatuurregeling stabiel is (PID-parameteraanpassing).
4. Regelmatige alarmen of automatische uitschakeling
Mogelijke redenen:
Overtemperatuurbeveiliging (storing koelsysteem).
Overbelasting van de voeding (veroudering van de condensator of kortsluiting).
Controleer softwarefout (firmware moet worden geüpgraded).
Reparatiemethode:
Controleer de koelwaterstroom en de temperatuursensor.
Meet of de uitgangsspanning van de voeding stabiel is.
Neem contact op met de fabrikant voor de nieuwste firmware.
IV. Dagelijkse verzorgings- en onderhoudsmethoden
1. Onderhoud van het optische systeem
Wekelijkse inspectie:
Reinig de uitgangsspiegel en het Q-schakelvenster met watervrije ethanol en een stofvrij wattenstaafje.
Controleer of het optische pad verschoven is (kijk of de lichtvlek gecentreerd is).
Elke 3 maanden:
Controleer of het frequentieverdubbelingskristal (KTP/BBO) beschadigd of vervuild is.
Kalibreer de resonantiekamer (gebruik indien nodig de hulp van een gecollimeerde laser).
2. Onderhoud van het koelsysteem
Maandelijkse inspectie:
Vervang het gedemineraliseerd water (om te voorkomen dat kalkaanslag de leiding verstopt).
Maak het filter van de koeler schoon om een goede warmteafvoer te garanderen.
Elke 6 maanden:
Controleer of de waterpomp normaal functioneert en meet het debiet (≥4 L/min).
Kalibreer de temperatuursensor (fout < ±0,5°C).
3. Onderhoud van het elektronische systeem
Kwartaalinspectie:
Meet de stabiliteit van de voedinguitgang (stroomschommeling <1%).
Controleer of de aarding goed is (vermijd elektromagnetische interferentie).
Jaarlijks onderhoud:
Vervang verouderde condensatoren (vooral het onderdeel dat de hoogspanningsvoeding levert).
Maak een back-up van controleparameters om gegevensverlies te voorkomen